Het onderwijs zoals we dat nu kennen, is gebouwd op fundamenten uit een andere tijd. Een tijd waarin mensen werden opgeleid om te functioneren als “fabrieksarbeiders” in een hiërarchische structuur. Een tijd waarin het volgen van orders belangrijker was dan creatief denken en eigen initiatief.
Maar de wereld is veranderd. De maatschappij vraagt nu om mensen die:
Dit creëert een fundamentele tegenstrijdigheid: hoe kun je leerlingen voorbereiden op een toekomst waarin ze zelfstandig, creatief en probleemoplossend moeten denken, binnen een schoolsysteem dat nog steeds gestoeld is op conformiteit en eenheidsdenken?
Deze kloof zorgt voor een onmogelijke positie voor leerkrachten. Dagelijks staan zij voor het dilemma:
“Hoe kan mijn onderwijsaanbod passen binnen het schoolsysteem én tegelijkertijd aansluiten bij wat leerlingen werkelijk nodig hebben?”
De eisen zijn alleen maar toegenomen:
Vroeger waren schooldagen korter, waardoor leerkrachten meer tijd hadden voor de voorbereiding van een veel minder inclusief curriculum. Het is simpelweg veel meer werk geworden, terwijl er minder tijd beschikbaar is. Dit leidt tot hoge werkdruk, stress en frustratie onder onderwijsprofessionals.
In onze huidige maatschappij is alles mogelijk. Je kunt werkelijk alles worden en je bent niet meer gebonden aan één carrièrepad voor de rest van je leven. Het is tegenwoordig heel normaal om van zorgmedewerker te switchen naar administratief medewerker, of zelfs naar compleet andere sectoren.
Maar ons onderwijs bereidt leerlingen hier onvoldoende op voor. We blijven vasthouden aan:
Wat we eigenlijk nodig hebben is onderwijs dat zich richt op vaardigheden die een leven lang leren mogelijk maken:
De basis voor dit nieuwe onderwijs moet al in de onderbouw worden gelegd. Jonge kinderen hebben van nature een intrinsieke motivatie om te leren - kijk maar hoe gedreven ze zijn om te leren lopen of praten. Deze natuurlijke nieuwsgierigheid moeten we koesteren en stimuleren, in plaats van af te remmen.
Kinderen moeten de ruimte krijgen om:
Dit betekent niet dat kinderen alleen maar doen wat ze leuk vinden. De meerwaarde van onderwijs in groepsverband is juist dat kinderen in aanraking komen met verschillende interessegebieden. Ze kunnen elkaar en hun leerkrachten inspireren, in plaats van verplicht worden om alles op dezelfde manier te doen.
De schoolomgeving vormt een veilige “minimaatschappij” waarin leerlingen kunnen leren en zich ontwikkelen. Vanuit een onderzoekende houding kunnen kinderen hun leermotivatie behouden en verdiepen:
Een eenvoudige vraag als “Waarom geeft mijn potlood kleur op papier?” kan leiden tot:
Naarmate leerlingen ouder worden, worden hun vragen vanzelf dieper, formeler en technischer. Zo sluit het leren natuurlijk aan bij hun ontwikkeling, maar dan vanuit intrinsieke motivatie in plaats van externe druk.
Door leerlingen meer regie te geven over hun eigen leerproces, creëren we niet alleen meer betrokkenheid en motivatie, maar leren we ze ook de vaardigheden die ze nodig hebben om een leven lang te blijven leren en zich aan te passen aan een steeds veranderende wereld.
Dit is precies waar we bij Leerbox in geloven: onderwijs dat leerlingen en leerkrachten ondersteunt in hun natuurlijke drang om te leren, te ontdekken en te groeien - op een manier die past bij de eisen en mogelijkheden van deze tijd.